Welkom op deze website!
  • home-banner1

Het verschil tussen OLED en QLED

In de huidige mainstream high-end displaytechnologieën zijn OLED (Organic Light-Emitting Diode) en QLED (Quantum Dot Light-Emitting Diode) ongetwijfeld twee belangrijke speerpunten. Hoewel hun namen vergelijkbaar zijn, verschillen ze aanzienlijk in technische principes, prestaties en productieprocessen, wat bijna twee compleet verschillende ontwikkelingspaden voor displaytechnologie vertegenwoordigt.

OLED-schermtechnologie is fundamenteel gebaseerd op het principe van organische elektroluminescentie, terwijl QLED afhankelijk is van het elektroluminescentie- of fotoluminescentiemechanisme van anorganische kwantumdots. Omdat anorganische materialen over het algemeen een hogere thermische en chemische stabiliteit hebben, biedt QLED theoretisch voordelen op het gebied van lichtbronstabiliteit en levensduur. Dit is ook de reden waarom velen QLED beschouwen als een veelbelovende richting voor de volgende generatie schermtechnologie.

Simpel gezegd, OLED zendt licht uit door organische materialen, terwijl QLED licht uitzendt door anorganische kwantumdots. Als LED (Light-Emitting Diode) wordt vergeleken met de "moeder", dan vertegenwoordigen Q en O twee verschillende "vaderlijke" technologische paden. LED zelf, als een halfgeleider lichtgevend apparaat, exciteert lichtenergie wanneer stroom door het luminescerende materiaal stroomt, wat leidt tot foto-elektrische conversie.

Hoewel zowel OLED als QLED gebaseerd zijn op het fundamentele lichtgevende principe van LED, overtreffen ze traditionele LED-schermen ruimschoots op het gebied van lichtopbrengst, pixeldichtheid, kleurprestaties en beheersing van het energieverbruik. Gewone LED-schermen zijn afhankelijk van elektroluminescerende halfgeleiderchips, met een relatief eenvoudig productieproces. Zelfs LED-schermen met een hoge dichtheid en een kleine pixelpitch kunnen momenteel slechts een minimale pixelpitch van 0,7 mm bereiken. Daarentegen vereisen zowel OLED als QLED extreem hoge wetenschappelijke onderzoeks- en kwaliteitsnormen, van materiaal tot apparaatproductie. Momenteel hebben slechts enkele landen, zoals Duitsland, Japan en Zuid-Korea, de mogelijkheid om hun toeleveringsketens te beheren, wat resulteert in extreem hoge technologische barrières.

Het productieproces is een ander belangrijk verschil. Het lichtgevende centrum van OLED's bestaat uit organische moleculen, die momenteel voornamelijk gebruikmaken van een verdampingsproces: organische materialen worden onder hoge temperaturen verwerkt tot kleine moleculaire structuren en vervolgens nauwkeurig teruggeplaatst op specifieke posities. Deze methode vereist extreem hoge omgevingscondities, complexe procedures en nauwkeurige apparatuur, en, belangrijker nog, aanzienlijke uitdagingen bij het voldoen aan de productievereisten van grote schermen.

Aan de andere kant bestaat het lichtgevende centrum van QLED uit halfgeleider nanokristallen, die in verschillende oplossingen kunnen worden opgelost. Dit maakt bereiding via oplossingsgerichte methoden, zoals printtechnologie, mogelijk. Enerzijds kan dit de productiekosten effectief verlagen en anderzijds doorbreekt het de beperkingen van schermgrootte, waardoor er meer toepassingsmogelijkheden ontstaan.

Kortom, OLED en QLED vertegenwoordigen het toppunt van organische en anorganische lichtgevende technologieën, elk met zijn eigen sterke en zwakke punten. OLED staat bekend om zijn extreem hoge contrastverhouding en flexibele weergave-eigenschappen, terwijl QLED de voorkeur geniet vanwege de materiaalstabiliteit en het kostenpotentieel. Consumenten moeten hun keuze baseren op hun daadwerkelijke gebruiksbehoeften.

 

Plaatsingstijd: 10-09-2025